Uilen heb je in soorten en maten. Oehoes zijn reuzen, dwerguiltjes niet. Ransuilen kennen we van de tuin in Amsterdam. En Koos wees zaterdag een aan, die ik niet zag: in de oude pereboom, bij Westernieland aan de dijk. Voor steenuilen had buurman Eise een kast gemaakt die werd gekraakt. Een specht had er een achterdeur in gehakt. Er bestaan ook ruigpootuilen, bosuilen, konijnuilen, zaaguilen, visuilen, schreeuwuilen, blafuilen, valkuilen, dwergooruilen, havikuilen, snorrebaarduilen, sperweruilen, maskeruilen, laplanduilen. De meeste in veel variaties.
Buurvrouw Antje had een mok voor ons, met 'De Oelesprong' erop. En de Uilenspiegel, laatste schoolkrant van de school, uit 2000. Met historische informatie, namen van juffen en meesters, noem maar op.
Sandra heeft oog voor uilen. Sinds ze op De Oelesprong is wezen kijken, samen met Hans, is ze fan. Dus hebben we nu een handpopje aan de lamp hangen. Er staat een houten uil-in-kooi op de plank in de caravan (puzzel de uil uit het kooitje). En natuurlijk ansichtkaarten. Cadeausuggestie: piepkaartje met schreeuwuil.
Buurman Freerk heeft het oude naambord van de school in de garage staan. 'De Oelesprong' met uiltjes. Hij knapt het op. Freerk is schilder, dus dat komt wel goed. Het krijgt een plek. Natuurlijk.