Mans Mulder is 70. Hij woont in Wehe den Hoorn.
20 was hij toen aan hij de school en het meestershuis bouwde en zijn naam schreef op een balk. Met timmermanspotlood, voor het nageslacht.
Vanmiddag is hij wezen kijken. 'We deden alles zelf. Kozijnen, tegelen, alles. Ik kon goed kozijnen stellen. Metselen wat minder, dat deden de andere jongens dan weer. We hadden geen boormachine, alle gaten in de muur moesten met de hand ingedraaid worden. Een eindeloos karwei.' Hij vertelt ook van de kachel, net als Theo. Maar een klein beetje anders: 'Het was koud en de kachel brandde. Van het dakwerk bleven allemaal stukken mastiek over, van dat dakleer. Wij stopten dat in de kachel, die brandde daar lekker op. Maar toen de rook neersloeg zat alles onder de zwarte walm. Daar was de baas niet blij mee!' En: 'Jolman was de baas, we werkten met hem samen. Hij was klein maar heel breed en ongelooflijk sterk. We mochten met zijn drieën proberen om hem van de trap te gooien. Dat wilden we wel. Maar hij kon ons tegelijk aan. Zo sterk!'
Reacties zijn uitgeschakeld