Berichten in categorie: oelesprong

knak

Alle waar is naar zijn geld. Goed gereedschap is het halve werk (hangt onder een afdakje, zegt buurman). Terwijl ik achter de computer zit, is Sjoerd in de volkstuin aan het werk. De overmaatse bamboe (Fargesia rufa) moet er uit, en dat wil maar niet lukken. Dus knak. De steel van de spade breekt. En niet voor het eerst. Buurman Eise weet er van, als we weer met een sneu steeltje aankomen is hij de man. Hij zet met groot gemak en plezier er weer een nieuwe in. En gelukkig zegt hij niet: jongens, een spade is geen breekijzer. Dat weten we namelijk wel. Maar ja, af en toe wil je toch echt dat die bamboe er uit gaat. Of-ie wil of niet. En dus knak.

sijsjes

Amsterdammers kennen twee vogels: sijsjes en drijfsijsjes. Sijsjes zinken, drijfsijsjes meestal niet. Op de Oelesprong kom je er niet met die indeling. Ongelooflijk veel vogels doen zich gelden. En van alles veel. Toen we een paar weken geleden nestkastjes gingen ophangen werden ze binnen twee minuten uitgebreid geïnspecteerd. De pimpelmezenkast door de koolmezen, de koolmezenkast door mussen. Na wat spraakverwarring zitten ze waar ze horen, en wordt er stiekem maar druk in en uit gevlogen. Nest maken, broeden, zulke dingen. De kasten hangen uit elkaars zicht, zuid en west. Als ze elkaar zien worden ze woedend.

Merelmannetjes houden wel van de vrouwen maar niet van elkaar. Uitslovers zijn het, die voortdurend aan de dames moeten laten zien hoe stoer ze zijn in het elkaar wegjagen. Dus als ze achter elkaar aan zitten is dat wel uit liefde. Ze doen het bijna de hele tijd. Zodra wij in de tuin wroeten komen zij inspecteren. Wormpjes, dingetjes, alles is interessant. En erg bang zijn ze niet. Ook de dames niet. Die vallen wat meer samen met de kleur van de grond. Hebben soms een snavel vol spul, groter dan hun eigen kopje. Zie daar maar eens mee te vliegen.

Fazanten scharrelen de hele tijd in de buurt rond. De vos heeft ze nog niet te pakken (de kippen van de buren wel, één voor één om zeep geholpen en het hok uitgesleept naar een verstopplaats, waar buurvrouw ze vond). Af en toe krijst meneer fazant zijn schorre krijs en schudt dan luid met zijn veren. Meneer heeft zijn vier dames aardig in toom.

Koos zegt dat het ophangen van een steenuilenkast weinig zin heeft. Ze zijn er niet en ze komen ook niet. Zegt Koos. Ik wil een nieuwe kast proberen. De oude is door een specht voorzien van een achterdeur. Daar komt geen uil op af.

Kieviten op het land, scholeksters die zelfs midden in de nacht het halve dorp van hun bestaan op de hoogte brengen, de spechten bij de buren (grote bonte) met hun roffel. Iemand verderop heeft twee pauwen die, als ze even op gang zijn gekomen, synchroon kunnen schreeuwen. Verder allerlei soorten die ik nog niet ken, of die te snel zijn om de bril voor op te zetten, of die je alleen - wonderschoon met heel veel melodietjes - hoort. Ook op 4 mei, 's avonds om 8 uur.

joe waark’n wel haard

We kwamen vrijdagavond laat op de camping aan met weer een kar vol planten. Sjoerd had ze overdag uit de volkstuin gespit en zo goed mogelijk gescreend op zevenblad. Dat hebben we daar, maar hier nog niet. Ik begin er maar niet teveel over. Iedereen heeft er wel een mening over. Meestal met veel stelligheid. Volgens mij is het heel beheersbaar als je je er niet te druk over maakt. En niet de godganse dag de grond loopt om te woelen. Waar planten goed gedijen neemt het zevenblad af. En waar je veel wroet neemt het toe. Denk ik. Ik hoop maar dat mijn zorgeloosheid me niet teveel tegen gaat werken.

Zaterdag alles de grond in. Deze keer in de oostborder, aan de kant van de straat, die daardoor heel wat vriendelijker wordt (voorheen berberis: stekelstruiken waar menig kind pijnlijke herinneringen aan heeft). Met name de Veronicastrum (wat een feest straks, die Veronicastrum, die groeit, en omvalt, en weer groeit en prachtig bloeit en vol van insecten is) heeft wel wat geleden op de kar, de toppen zijn zwart geworden. Sjoerd zet aan de hand van de tekening van Erwin ieder plantje nauwgezet op de juiste plaats. Nog een beetje verschuiven en hup, spitten en erin. Wouter harkt, ordent, werkt af.

Mensen komen zomaar langs (Wies en haar zus), erg leuk! Andere mensen komen na afspraak (Henk en Marion): erg leuk! Buren komen geïnteresseerd kijken (Edo, meneer Huizinga, meneer Martini). Ook erg leuk! 'Joe waark'n wel haard!' 'Dat most doe aans doun.' 'Siergras? Mooi!'

We lenen de kruiwagen, de gieter, de veger en krijgen kippensoep en boterhammen van Herma. Heerlijk! Met de kachel van Antje aan is de personeelskamer ineens een behaaglijke kantine geworden waar op zijn tijd heerlijke koffie geschonken wordt, of een lekker biertje. Als straks de caravan er is, kan het bier koud.

En omdat het na gedane arbeid zoet rusten is: het tuinbankje. Als je daar op gaat zitten, in de namiddagzon, kun je je geen betere plek wensen. Rutger Kopland in real life.

ruimte

We zijn met Peter Paul, de architect, in Amsterdam spullen gaan bekijken (tegels, badkamers, keukens, enz) om inspiratie op te doen. Onze gesprekken gingen alle kanten op en waren bron van nieuwe ideeën. En in Westernieland zijn we wezen onderzoeken of alle plannen nog kloppen. Maten opnieuw opnemen, de plaats van de keuken bepalen.
Karren vol berberis gingen naar de stort en werden ingeruild voor bakken vol compost. Er was ook tijd om met Livius, de begeleider en Bertil, de aannemer, de plannen en de planning door te spreken.
De garage werd geplaatst (nog even zonder deuren).

Sjoerd heeft een aanhanger vol bamboes en grassen in Amsterdam uit de volkstuin gespit, die we in Westernieland weer in de grond zetten, vooral in de zuidborder. Ze verdwijnen bijna in het niet, in zo'n grote tuin. Maar goed dat ze al groot gegroeid zijn in Amsterdam (foto is niet van ons).

veel tegelijk

Vroeg uit de veren op de zaterdagochtend. Om 9 uur kwamen de eerste mensen om hun klus te klaren.
Om 10 uur was Frits er om als Stihlmannetje, helemaal in het oranje, met veiligheidsbroek, -oordoppen en -bril te kettingzagen in het bos, takken te knippen etc. voor mooie doorkijkjes naar het westen. En het snoeihout werd direct verdeeld in aanmaakhoutjes voor de kachel en overblijfsel. Dat gaat voorlopig op een bult achterin de tuin, en wordt later verwerkt. De vogeltjes hebben het direct gevonden als schuilplaats en onderzoeksgebied.

De fundering voor de garage werd gelegd: dikke balken hardhout, die aan in de grond geslagen palen werden bevestigd. Vast als een huis. Er ligt nog te weinig zand in, dus Klaas Jan moet nog een keer komen met de graafmachine, dat is minder werk dan wanneer we straks alles per kruiwagentje naar binnen moeten rijden. Wel goed voor de spieren, maar ja. Trouwens, zand genoeg, voorlopig. Het is de bedoeling dat de garage donderdag geplaatst wordt, in één dag. De wanden en deuren zijn al gemaakt. Straks moet alles passen als een bouwdoosje. Dat dat niet lukt zal later blijken.

 

 

Jan Oudman kwam met de grote kraan om de oostborder om te woelen. Het gras onder de groene zoden, zwarte grond boven.

We hebben allemaal flink doorgewerkt en toen het ophield met zachtjes regenen zag onze wereld er weer anders uit.

zingen

Ontbijt in de zon op de camping, uitzicht over de aardappelvelden. Pas gepoot, lange voren zwarte grond. Kieviten en scholeksters. Een kraai. Ik denk dat niemand dat leuk vindt om naar te kijken. Behalve wij. We zijn de enigen op de camping. Er staat nog een caravan. De eigenaren zijn er niet.

Weer tegels gelicht, voor stroom naar de garage. Sjoerd liep eindelijk met blote voeten door het gras en ik hoorde hem zingen in huis. Daarna uren door de velden gewandeld naar de Klutenplas vol kluten, duizenden ganzen gezien op de kwelder, zaailammetjes in de wei (zo mak dat ze aan je handen sabbelen), roofvogels, schoongebrande slootswallen. De kluten zitten binnendijks, de ganzen buiten. Ze zien elkaar niet. Alleen als je op de dijk gaat staan zie je ze allebei. Zij doen dat niet, zij blijven zitten. Of vliegen op.

Een praatje gemaakt bij familie de Jonge. Ze zijn in de jaren zeventig uit de Biesbosch naar Westernieland gekomen. Drie broers, elk met hun gezin. Mevrouw de Jonge zegt: we houden de lammetjes dicht bij huis. Als ze verder van huis in de wei staan ben je ze zo kwijt. Dan nemen mensen ze mee in de auto.

Wij gaan naar Amsterdam zonder lammetjes. Het is wennen als we naar Westernieland gaan. En het is weer wennen in de Grote Stad.

feest

In Winsum beits gekocht voor de garage. Afgeleverd in Mensingeweer bij de garagebouwer, zodat de windveren al geïmpregneerd kunnen worden. Anthracietkleur. Niet de sterkste kleur (dat is wit), wel mooi, en och, de garage komt vooral in het bos te staan, daar valt niet zoveel zonlicht op. Hopen we dan maar. Wel op waterbasis, milieuvriendelijk als we zijn.

Toen we op de Oelesprong kwamen had Tiemen het gras al gemaaid, wat een leuke verrassing! ’s Middags compost over de heggen verdeeld. Compost haal je hier bij de vuilstort. Ik begreep nog niet dat je kunt wachten op een kraandrijver die je kar volstort. Ik heb braaf geschept. 500 kilo. Of ik even wil pinnen. € 1,48. En daarna weer uit de kar geschept, op de tuin. Dus plantjes: groeien maar!

Buurman is specialist in bekeuringen. Een aanhanger blijkt een bron van bekeuringen te zijn: rijden met spul zonder dekzeil: € 130,- (andere buurman zegt: € 160,-). Staalkabeltje niet vast: € 60,-. Fijn dat compost goedkoop is.

Ondertussen was het prachtig weer en konden we er erg van genieten. Ook nog twee feesten bezocht met lekkere vuurtjes buiten, vriend(inn)en gefeliciteerd en oude bekenden gezien.

visje

Om één uur vertrokken we uit Amsterdam, om half vier waren we in Westernieland, om tegels te lichten voor het leggen van de nutsleidingen (gas, elektra, water, kabel en telefoon). Strakke planning! Twee tegels breed, over de hele lengte, van huis tot straat.

Tussendoor op de camping een vers visje gegeten dat we onderweg in Zoutkamp hadden gekocht (je wordt logistiek wel handig, zo!) en om 19 uur kwam Klaas Jan zand verplaatsen naar de plek voor de garage en de parkeerborder omwoelen.

Om acht uur kwam zijn vader de boel ‘kopeggen’ en om vijf over negen zag de tuin er fantastisch uit en was het zand aangetrild. Kopeggen met de rotor-kopeg. Trillen met de trilplaat. Je krijgt er vanzelf verstand van. De garage kan er op. En wij zijn blij!

bouwvergunning

De bouwvergunning is binnen! Komende week wordt de meterkast aangelegd en geïnspecteerd en als alles goed gaat hebben we in week 16 of 17 elektriciteit en water.

aannemer

De aannemer is gekozen: Sietsema uit Uithuizen. Volgens schema begint 17 mei het Echte Werk: eerst slopen, dan bouwen. Intussen zijn we op zoek naar een garage. Die kan misschien al geplaatst worden en gebeitst. En dan kan er alvast wat los spul naar toe. En in de tuin kan natuurlijk gewerkt worden. Afgelopen weekend zijn de laatste haagbeuken (in totaal 250 stuks) en de haag van rode beuk geplant. En wat struiken in de zuidpunt. We hebben er zin in!