visserke vis

Het is zondag, het is vroeg. Dag visser, zegt Piet tegen me als ik even achter de werkplaats kom kijken naar zijn schilderwerk. Hij verft een deur. Het is nodig. Piet heeft zijn hoed op en zijn pijp aan. Ik denk aan een gedicht van Paul van Ostaijen: dag visserke-vis met de pijp en dag visserke-vis met de pet. Het heet: Marc groet 's morgens de dingen. Ik groet Piet, en hij mij.

Frits en ik gaan vissen. Dat wil zeggen: Frits gaat vissen en ik mag mee. Hij om te vissen, ik om het mee te maken en te fotograferen. Eén hengel voor klein grut, eentje voor het Grote Werk.

Wonderlijk hoe Frits de ene na de andere voorn vangt. Rietvoorn, blankvoorn, noem maar op. Hengel in het water en floep, de volgende vis hangt er alweer aan. Ik ook maar eens proberen. Made eraan, hengel in het water, kwartier niks. Frits neemt het over, floep. Enfin, ik heb drie kleine visjes gevangen, hij de rest.

En intussen maar eens een aasvisje aan de haak van de Grote Hengel. Gek is dat: je hebt geen idee wat je aan de haak slaat. We komen er snel achter: een flinke paling. Heel ongewoon voor hier. Ook al weet je wie de strijd verliest en wie niet, het is een fantastisch schouwspel, de visser en de vis! Met veel kracht en behendigheid brengt Frits hem binnenboord. Het duurt dan nog een poos voordat de paling zich gewonnen geeft. En wat een prachtig beest! 75 centimeter schoon aan de haak. Zonder strijd geen overwinning, zeg ik dan. Het is te zien in de ogen van Frits: wat een karwei, wat een succes! Een kwartier lang kan hij geen knoopje leggen in een draad, zo trilt hij.

Een poosje later, een eindje verder: weer beet. Een stuk minder spectaculair maar niet minder groot: een snoekbaars, een ouwe. Weinig gespartel, weinig gestribbel, hij legt zich er gauw bij neer. Frits helpt hem een handje. Ook 75 centimeter. Wat weinig vlees voor zo'n vis, een smalle rug. Maar wel een mooie grote vis. Als je achter de kieuwen kijkt ziet het er uit als grapefruit: rode vliezen, flink aangetast. Veel zuurstof kreeg hij vast niet meer binnen.

En dan nummer drie: nog meer geweld en heftigheid dan nummer een. Een beste snoek. Na een aantal flinke slagen op het water spartelt hij zich los van de haak. We zijn tevreden: die snoek was toch terug gegaan, het water in. We varen nog wat door en dan terug naar de haven. Thuis komen met een mooie vangst is prachtig. Marchien en Marieke brengen een grote emmer vol rode bessen. Wat een opbrengst, wat een dag!

Reacties zijn uitgeschakeld