wad

Zaterdag gingen we wadlopen. Niet voor het eerst. Twintig jaar geleden was het Engelsmanplaat, nu een zwerftocht vanaf Noordpolderzijl, het kleinste getijdenhaventje van Nederland. Je kan er alleen in- en uitvaren bij hoog water. En je kan er wadlopen. We vertrokken om half acht 's ochtends. Heerlijk om op tijd op te staan en te genieten van de stilte en de natuur. De vreugde was al ver voor Noordpolderzijl begonnen.

De Noordpolder stamt uit 1811, gewonnen als land uit zee. Toen deden we dat. Eindeloos stokken in het slik zetten, plankjes er tussen en dan maar hopen dat er wat zand en slik achterblijft als het eb wordt. En met de hand, met de schep, land opbrengen. Dijkjes maken, ophogen, water afvoeren. Slavenarbeid, zouden we nu zeggen. In de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw gebeurde het nog, achter Westernieland, in de Linthorst Homanpolder. Door honderden mensen, jarenlang, onder slechte omstandigheden. Kilometer na kilometer. Er zijn nog steeds mensen die erover kunnen vertellen. Er is een boek van. Zo langzamerhand werd Nederland steeds een beetje groter. We zijn er mee opgehouden, ons land is groot genoeg, ook al vinden sommigen dat het te vol is.

Noordpolderzijl is de sluis in de Noordpolder. Een sluis die het niet meer doet. Er is een gemaal, een huis, een dijk met een kunstwerk. Het is het einde van de wereld. De weg heen is ook de weg terug. Verder is er niks. Nou ja, er is nog het Zielhoes, het voormalige sluiswachtershuis, dat omgedoopt is tot bruin café. Het sluit binnenkort. Het moet wat moderner, er komt misschien een natuurcamping bij. Er is veel onrust over.

Zodra je over de dijk bent heb je daar geen last van. De kwelders en het wad liggen voor je. Prachtig ruim, vol vogels en andere natuur. We zien zeesterren, zeesla, zeekraal, echte zeehondjes en nog veel meer met zee. Vaargeulen, jonge garnalen, lepelaars, noem maar op. We lopen door het slik. Een mevrouw valt op haar kont in het slik, staat weer op en loopt de hele tocht verder met een slikkont. Geen punt. Je wordt vies en dat mag. Het stinkt en dat mag. Het is genieten, van de eerste tot de laatste minuut. En na afloop, als we op de vlonder onze slikpoten in het water houden, duikt Sjoerd in zijn onderbroek over ons heen, de kolk in. Iedereen nat. Geen punt. Koffie toe. En uitsmijter Joke, met twee dooiers.

Reacties zijn uitgeschakeld