varen varen
We varen vanuit Noordpolderzijl met Louis. Dat wil zeggen: met zijn boot. Louis gaat niet mee, er is iets met de andere boot, dat moet opgelost. We varen naar Simonszand. Een klein groepje, we zijn met zijn achten. Morgen is het druk, dan is de boot vol. Vandaag niet, en de zon schijnt, hoewel er onweer voorspeld was. Op het wad is onweer de vijand.
Een houten schip gaat ons voor. Alles is er bruin en oeroud aan. Ook de bemanning. Traag, stil en sierlijk vaart het de haven uit. Wij er achteraan, in de smalle vaargeul, die alleen bij hoog water bevaarbaar is. Links en rechts koeien, rijsdammen, vogels, wad. Op het laatst alleen water en kromme takken die de geul aangeven. Even ernaast en je zit vast.
Het wad is bijzonder om te bevaren, legt Sjors uit. Hij is vandaag de schipper. Alle geulen veranderen voortdurend. Elk jaar krijgen de tonnen een nieuwe plek, die aan land wordt bepaald. De schippers leggen ze liever zelf, dan weten ze of ze er op kunnen vertrouwen. Nu moeten ze telkens opnieuw uitvinden wat de tonnen waard zijn. Sjors laat zijn kaarten zien en wijst de weg. We komen er wel. Bij de zandplaat legt hij uit waar we niet mogen komen. Er wordt op ons gelet vanaf de wal. Als we de wet overtreden krijgt hij op zijn lazer en dat willen we natuurlijk niet. En denk erom: niet zwemmen aan de stroomkant van de boot. Dan kom je in de schroef, en word je gehakt. Ook dat willen we niet.
Op Simonszand is niks. Nou ja, zand, wat plastic kratten, een dooie vogel, veel schelpen en veel uitzicht. Vijf uur lang genieten! Al snel zien we de andere zes niet meer, de boot alleen nog in de verte. Zwemmen, dutten, sjouwen, kletsen, de tijd vliegt om. Iedereen is enthousiast als-ie weer aan boord klimt. Wat is dit prachtig!
Tegen zes uur komt er een groep wadlopers aan boord. Ze hebben gelopen vanaf de wal en gaan met ons terug. Ze zijn bekaf. Wij ook.
Reacties zijn uitgeschakeld