joe waark’n wel haard

We kwamen vrijdagavond laat op de camping aan met weer een kar vol planten. Sjoerd had ze overdag uit de volkstuin gespit en zo goed mogelijk gescreend op zevenblad. Dat hebben we daar, maar hier nog niet. Ik begin er maar niet teveel over. Iedereen heeft er wel een mening over. Meestal met veel stelligheid. Volgens mij is het heel beheersbaar als je je er niet te druk over maakt. En niet de godganse dag de grond loopt om te woelen. Waar planten goed gedijen neemt het zevenblad af. En waar je veel wroet neemt het toe. Denk ik. Ik hoop maar dat mijn zorgeloosheid me niet teveel tegen gaat werken.

Zaterdag alles de grond in. Deze keer in de oostborder, aan de kant van de straat, die daardoor heel wat vriendelijker wordt (voorheen berberis: stekelstruiken waar menig kind pijnlijke herinneringen aan heeft). Met name de Veronicastrum (wat een feest straks, die Veronicastrum, die groeit, en omvalt, en weer groeit en prachtig bloeit en vol van insecten is) heeft wel wat geleden op de kar, de toppen zijn zwart geworden. Sjoerd zet aan de hand van de tekening van Erwin ieder plantje nauwgezet op de juiste plaats. Nog een beetje verschuiven en hup, spitten en erin. Wouter harkt, ordent, werkt af.

Mensen komen zomaar langs (Wies en haar zus), erg leuk! Andere mensen komen na afspraak (Henk en Marion): erg leuk! Buren komen geïnteresseerd kijken (Edo, meneer Huizinga, meneer Martini). Ook erg leuk! 'Joe waark'n wel haard!' 'Dat most doe aans doun.' 'Siergras? Mooi!'

We lenen de kruiwagen, de gieter, de veger en krijgen kippensoep en boterhammen van Herma. Heerlijk! Met de kachel van Antje aan is de personeelskamer ineens een behaaglijke kantine geworden waar op zijn tijd heerlijke koffie geschonken wordt, of een lekker biertje. Als straks de caravan er is, kan het bier koud.

En omdat het na gedane arbeid zoet rusten is: het tuinbankje. Als je daar op gaat zitten, in de namiddagzon, kun je je geen betere plek wensen. Rutger Kopland in real life.

Reacties zijn uitgeschakeld