vroeg op

Vroeg op betekent: buiten donker. Ik zie geen hand voor ogen, de tuin in. Ik sliep wat onrustig, kennelijk was ik al bezig met opstaan, de halve nacht. Vier uur, vijf uur, kwart over vijf, enzovoort. En dan toch voor de wekker van zes uur wakker zijn, ik mag mezelf wel een compliment geven dat het zo goed gaat, dat matineuze.

Ik kan me als jongen niet herinneren dat ik vroeg opstaan leuk vond. Op de middelbare school had mijn moeder de grootste moeite om mij op tijd uit bed te krijgen. Mijn schoolvriendje Kees, een buitenkind, kwam een aantal kilometers op de fiets naar mijn dorp, parkeerde op ons binnenplaatsje en kwam soms zelfs aan mijn bed staan om me te wekken. De elektrische belinstallatie, die ik zelf had aangelegd, met een drukknopje bij het bed van mijn moeder en een harde bel op de overloop bij mijn slaapkamer, had dan dus al gefaald.

Nu sta ik op met groot gemak, ga heerlijk (koud) douchen en zit elke dag om zes uur, half zeven aan de schrijftafel. Het gaat me goed af. Ik heb er plezier in. De ordening, de rust, de ruimte om me heen, daar geniet ik van en daar floreer ik in. Als scholier gebuikte ik zo de late avond: nog lang ongestoord lezen, huiswerk maken, tot diep in de nacht. Lekker doorwerken en dan naar bed.

Als kind: lezen onder de dekens, zaklantaarntje aan. Radio zacht op Candlelight of op een hoorspel. Paulus de Boskabouter bijvoorbeeld.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *