Maandelijkse archieven: december 2017

en nu

gaan de beweging
van ingekeerd leven
water landinwaarts,
geen dijk, geen verweer
 
in basten van bomen
onzichtbare tekens
van liefde of uitweg
gekerfd met een mes
 
nu kan ik weer lezen
wat lang bleef verborgen,
de galligheid terug, de
verlegenheid, eerzucht
 
voelbaar verschil tussen
eb en de vloedlijn,
het zand en de golven,
wat kon en wat kan
 
wat heb ik gemist je
innemende glimlach
ontembare liefde
wat haal ik nog in?

(het gedicht is van mijn hand, met dank aan Aly Freye, René Alberts en Tonnus Oosterhoff)

Schaap weg

Ik was vanmorgen aan het hardlopen, van ons huis naar de dijk en zag bij een weiland één schaap aan de verkeerde kant van de sloot lopen. Ik stopte. Het beest graasde wat van de wal en de berm. Aan de andere kant van de sloot, waar alle andere schapen liepen, stond er eentje nadrukkelijk naar het overgestoken schaap te kijken, als een vriendje dat de heldendaad van zijn vriend met bewondering aanziet, maar zelf niet durft. Na een poosje sprong de held weer uit eigen beweging over de sloot, terug naar zijn kudde, zonder dat ik hem had aangemoedigd of opgejaagd. Hij besliste het moment zelfstandig. Zijn vriendje heette hem welkom, ze bleven samen nog een poosje naar mij kijken. Zou ik ook oversteken? De weg heet de Schaapweg. En er is geen schaap weg.

Vanmiddag. Sjoerd heeft de buitendeur open laten staan, hij is de tuin in gelopen, ik krijg het koud, binnen. Dus ik loop naar de deur om hem dicht te doen en zie dat Stine, onze hond, aan de andere kant van de sloot, in het weiland fanatiek aan het zigzaggen is, met de neus aan de grond. Ze heeft een spoor van een haas of een ree te pakken! Die zijn we voorlopig kwijt, denk ik. Ze is er zo al een paar keer vandoor gegaan, telkens moet een van ons er dan achteraan, ofwel de velden in, ofwel op de fiets het dorp rond, in de hoop dat we haar terug vinden en dat ze niet drie dorpen verder loopt of onder een auto is geplet. En telkens laat Sjoerd haar er toch weer uit. ‘Omdat het zo leuk is voor haar in de tuin.’ Hij staat er met een kopje koffie in de hand naar te kijken, wacht rustig af. En het wonder geschiedt: Stine komt zelfstandig terug, steekt de sloot over, het lijkt verdorie dat schaap van vanmorgen wel. Ze is er niet vandoor gegaan, ze heeft gewoon zelf besloten om terug te komen. Achter de wei waar ze net liep is diezelfde Schaapweg. En er is nog steeds geen schaap weg.

Brood

Al dagenlang was er koud weer voorspeld, hij had vanmorgen de ramen dichtgedaan en zijn pantoffels aan, had besloten dat het wel goed was met de kou, hem zouden ze er niet mee pakken, hij deed er niet aan mee vandaag. Zelfs de krant was niet bezorgd. Pas aan het einde van de dag hervond hij zich, kroop op van de bank, uit zijn boek, onder zijn dekentje vandaan, waar af en toe zijn eigen hond op was komen liggen om te testen of het wat was, die plek op de benen van de baas, op het dekentje, of dat de baas te wispelturig was, vandaag, en er geen rust te vinden viel.

De man was opgestaan en had zich naar de keuken begeven, als automatisch had hij de ingrediënten voor het bakken van brood verzameld, uit de laden en kasten, had ze afgewogen, water op temperatuur gebracht, desem uit de koelkast gehaald en aangevuld met het warme water en de bloem, alle rituelen die belangrijk waren bij het maken van goed brood had hij werktuiglijk gevolgd. Pas toen de vier warme broden uit de oven kwamen wist hij: mijn taak zit erop voor vandaag, ik heb mijn werk gedaan. Hij kon gaan slapen.

advent

ik schep het licht de kamer in, zon, warmte, geluk
trekken zich niets aan van herfst, vuile ramen
de honden slapen, de trage tijd tikt onverstoorbaar
zijn trage tik – geen haast – het lijkt verdomme het para-
dijs wel, oorsprong, verwachting
zonlicht in waterkoud november, de kachel brandt
 
dikbelegde boterhammen stillen elke
honger, warm banket bij
warme thee, pantoffels, bij-
na kaarslicht kerstmis geboorte
 
tot zover gaat alles goed
 
maar in de onderlaag raspt
de slang van
angst woede haast spijt
langs oude wonden –
komt het ooit goed?
wordt het nog tijd?
wacht af wie niet
op komt dagen
schiet op
wacht
(niet)
af
 
ooit op tijd?
ooit tevreden?
ooit genoeg?
 
misschien helpt poëzie,
godswoordwonder van taal – schrijf ik
mijn eigen dominee, schep ik
mijn hel mijn eigen paradijs