Jaarlijkse archieven: 2010

Mozaïekmysterie

De Ommelander Courant gebeld, een stukje geschreven, foto erbij en de week erna stond het echt in de krant:

'De voormalige openbare basisschool 'Oelesprong' in Westernieland is verkocht en wordt verbouwd tot woon- en werkhuis. De eigenaren, Sjoerd van der Weide en Wouter Wieringa, zijn op hun zoektocht naar de geschiedenis van het gebouw allerlei leuke verhalen tegengekomen. Maar niemand weet de twee iets te vertellen over de herkomst van het stukje mozaïek dat waarschijnlijk in de jaren zestig van de vorige eeuw aan de gevel bevestigd is. Mensen die iets weten over de oorsprong van het mozaïek kunnen mailen naar info@oelesprong.nl.'

Wordt vervolgd...

Aster frikartii ‘Mönch’

De tuin is weg. Om preciezer te zijn: ons huisje op de volkstuin in Amsterdam is verkocht, de huur van de tuin is overgedragen. Aan Rob, die bij de overdracht trakteerde op heerlijk gebak. Hij heeft er zin in, de eerste boom is al geplant!

Wij hebben de afgelopen maanden ongeveer bij elke reis een aanhanger vol planten meegenomen. Zo is de tuin van Amsterdam naar Westernieland verhuisd. Een aantal borders staat nu tijdelijk vol met vertrouwde planten. Sommige hadden het zwaar tijdens het transport, werden slap, lagen plat. Bijna allemaal voelen ze zich inmiddels erg thuis in de Groningse zavelgrond, een vruchtbaar mengsel van zand en klei. Ze groeien fantastisch. De Aster frikartii 'Mönch' bloeit prachtig paarsblauw en is mooi vol en dicht geworden in de zomer.

In de herfst is het graafwerk om het huis wel klaar, ligt de riolering in de grond en kunnen de definitieve borders, paden en hagen uitgezet worden. Hopelijk hebbben we dan de plannen voldoende uitgewerkt. Dan kunnen alle geparkeerde planten naar hun definitieve stekkie. En komt de parkeerborder vrij voor zijn volgende bestemming: boomgaard. Eggen, inzaaien en vier driekwart- of hoogstam appel- en perenbomen er in. Het liefst oude Groningse rassen, maar wel graag een beetje lekker en een beetje houdbaar. Langs de ene rand groentebedjes, langs de andere rand bessenstruiken: rode, witte en kruisbessen. Een haagbeukhaag ervoor, hondsrozen en vogelbosjes erachter. Lekker ouderwets.

Niet dat het dan klaar is. Maar het is een begin.

het wordt spannend

Anderhalve week niet op de bouw, het lijkt een eeuwigheid. Amsterdam heeft van alles te vragen en te bieden: Sail, werk, afspraken, feestjes. En Westernieland roept. Zaterdagavond om negen uur geven we gehoor. Om tien over elf in Westernieland.

Lekker slapen, ontbijt in de volle ochtendzon. Vertrouwd tochtje op de fiets naar de camping. Zwaaien naar mevrouw Kadijk. Ze heeft een vest aan, het wordt al wat kouder.

En ja, wat is er weer veel gebeurd. Broodjeliggervloeren liggen er in, sommige binnenmuren zijn al gemetseld, waterleiding en riool zijn aangelegd. Maar ook: ojee, dit zit niet goed, klopt dat wel, dat moet toch anders? Gelukkig komt Bertil de aannemer zelfs op zondag langs om de voortgang te bespreken. Vlindermeneer komt mee, kennismaken en hoekjes kijken. Dan zijn er voor hem straks minder verrassingen. Het wordt spannend, over anderhalve week gaat de betonvloer er in en dan moet alles wel kloppen. Dus we gaan komende woensdag alle leidingen langs, alles checken, alles nameten. Liever nu dubbel dan straks fout.

Daarna nog even een gevlinderde betonvloer bekijken bij vlindermeneer thuis, in Uithuizen. Ojee, wordt het zó donker? Iets lichter zou wel mogen. Maar hoe dan? Instrooien met poeder of door-en-door laten mengen in de betoncentrale? Je moet overal verstand van krijgen, overal wat van vinden. En uitstel is er niet, de tijd gaat rap.

Amsterdam roept. We rijden terug. Of heen.

na de bouwvak

Drie weken lang stond de bouw stil. De stilte was te horen. Wij gingen zwemmen of vissen of wadlopen. Binnen bleef alles zoals het was.

Sinds gisteren zijn Herman en Arnold er weer. Koffie met aardbeiengebak, om het te vieren. En om de vakantieverhalen te horen. Zeeland (Zierikzee), Italië (Venetië). Zand, strand. En nu dus weer Westernieland.

De eerste volle container is afgehaald, vanmorgen om tien over zeven. Twee lege er voor in de plaats. De betonnen balkjes voor de nieuwe broodjeliggervloer zijn gebracht. 106 stuks. Ze liggen voor een deel in de bloementuin. Ze moeten toch ergens liggen, zegt Sjoerd. Morgen komen de broodjes: dikke witte piepschuimpakketten waar overheen de verwarming geknoopt en het beton gestort wordt. We kunnen aan het eind van een dag weer zien dat er veel is gedaan, en aan het begin van de dag ons verheugen.

We zijn hier nog twee dagen, dan is de zomervakantie voorbij. Dan is het weer het gewone ritme: door de week Amsterdam, weekend Westernieland. Komende week gaat het westraam er waarschijnlijk uit, dat wil zeggen: de gevel waar het raam komt. Ik zou er graag bij zijn, het lijkt me fantastisch. Maar de plicht roept: Amsterdam, Amsterdam.

vink

Dit is een fitis, zegt Kees, en dat is een pimpelmees. Heb je die huiszwaluw gezien? De boerenzwaluw zit hier ook.

Nog maar net binnen en de vogelnamen vliegen rond. Kees kan ze horen, hij is vogelaar. Toen hij hoorde dat we hier kwamen, bood hij aan: ik wil wel komen om de vogels te inventariseren. Dat wilden we graag! Er is hier de afgelopen vijf jaar geen mens geweest. Een eldorado voor allerlei soorten, die ik niet veel verder onderscheid dan in sijs of drijfsijs. En als je een basis hebt kun je ook kijken hoe die zich gaat ontwikkelen, de komende tijd. We willen vogelbosjes planten, veel struiken met bessen, rozen met bottels. Nestgelegenheid bieden aan klein spul, door struiken te planten met stekels, zodat ze zich kunnen verstoppen voor katten en andere rovers.

Kees en ik waren schoolvriendjes. Het weerzien na jaren is warm en hartelijk. Hij geniet er zichtbaar van, net als ik. We halen herinneringen op met de mildheid die je krijgt, langzamerhand. Hij wil graag volgend voorjaar terugkomen, als de mannetjes en de vrouwtjes elkaar zoeken. Dan hebben ze de meeste praatjes, dan hoor je ze beter dan nu.

Maar hoor, daar heb je de zwartkop, de ekster, de zanglijster. De houtduif ken je wel, maar de holenduif? En zowaar, de vinkenslag. Een vink!

de oogst

Er is een tijd van zaaien en een tijd van oogsten, zegt de Prediker. Nu is de oogst. De combines maaien het graan, de trekkers rijden. Tarwe, rogge, haver, spelt, het is rijp en moet droog van het land. Er hangt veel van af. Goede oogst is meer waard. En je weet maar nooit of het volgende week de hele week regent.

Als dertienjarige kwam ik vaak op de boerderij. Je merkte de toenemende spanning. Ging het lukken, op tijd en goed? Was iedereen er klaar voor? De combine kwam uit de schuur, moest proefdraaien, werd gesmeerd. De weersvooruitzichten werden bestudeerd, de planning gemaakt en doorgesproken met de buren. Ze deden het samen, om de beurt, met elkaar. Er werd toen niet op zondag geoogst. De enkeling die dat wel deed wist: dat hoort niet. Nu wel, zaterdagavond tot diep in de nacht, wagens vol. Tien, vijftien ton per wagen, door het dorp. Uit het raam van de caravan zie ik ze rijden.

Het afgelopen weekend waren in Leens de Historische Dagen. Je kon er zien hoe het oogsten in voorbije eeuwen ging. Blij word je er niet van. Trijntje van 90 heeft het nog meegemaakt. Je werkte je dood op een akkertje vlas.

Hoe high tech het er tegenwoordig ook uitziet, de oogst is nog steeds niet alleen een centenkwestie. Er blijft ook iets glorieus, misschien wel sacraals of mystieks. Het gaat uiteindelijk om voedsel, om het brood des levens. De grootsheid van de natuur en de afhankelijkheid van de mens worden er in zichtbaar. Je kan werken wat je wil maar je moet het doen met wat de natuur je brengt. Fiets er doorheen en je merkt het. De planten die een seizoen lang gegroeid zijn geven hun leven en hun opbrengst prijs. De boer neemt het aan en brengt het binnen.

Nog even en dan gaat de ploeg de grond in. Dan komt het onderste boven en laat de aarde zich weer van zijn donkerste kant zien. De winter komt. Maar nu nog niet. Nu is de oogst. Nu is de glorie.

Edo Grap en Edo Klokje

Mijn wortels liggen in Noord-Groningen. Mijn voorouders komen op één na allemaal van het Hoogeland. Van Leens tot Uithuizen, hemelsbreed 23 kilometer. Alleen mijn overgrootmoeder (helemaal links op de foto, met de jongste op schoot) komt uit Beerta, bij Winschoten. In Westernieland zijn meer dan 20 familieleden van mij geboren of gestorven. Ik wist van mijn grootouders, maar verder niet. Ik ben er achtergekomen toen ik me meer in mijn afkomst verdiepte. We hadden het huis toen al gekocht.

De foto is van ± 1900. Mijn overgrootvader Edo Wieringa (de kale man op de foto) was kapper en horlogemaker. Hij had een salon en een winkel in Leens. Edo Grap werd hij genoemd. Zijn oudste zoon Harm Jan (rechts achteraan, later mijn opa) verhuisde in 1916 naar Delfzijl en begon er zijn eigen horlogewinkel. De winkel bestaat nog steeds. De jongste zoon (links op schoot in het wit), oom Jacob, heeft de zaak in Leens voortgezet. Diens zoon Edo volgde hem later op. Edo Klokje was zijn bijnaam. Vier jaar geleden heeft Edo de deur van de zaak gesloten. Maar voor een batterijtje kon je altijd nog terecht. Hij nam moeilijk afscheid van de zaak, van de aanloop en de gezelligheid.

Op 1 september 2009, de dag van de begrafenis van Edo Klokje, kreeg ik een telefoontje van Gemeente De Marne. Ik stond op de stoep, in Leens. De ambtenaar feliciteerde me. We hadden de inschrijving gewonnen. Het huis werd ons, zoals dat heet, gegund. We mochten het kopen!

Ik legde neer en ging naar binnen, mijn familie condoleren.

klok

In de kerktoren van Westernieland hangt een klok. Een klok om te luiden, zonder uurwerk. Traditie is dat elke zaterdagmiddag om 5 uur geluid wordt. Vroeger ook op zondagmorgen om acht uur, aan het begin van de Dag des Heren. Einde van het werk, begin van het bidden. Nu niet meer. Het bidden is eraf, de kerkelijke gemeentes Westernieland/Saaxumhuizen, Eenrum en Den Andel zijn samengevoegd en gebruiken hun gebouwen om de beurt. Zij bepalen of er zondagmorgen geluid wordt. En dan pas om half tien.

Meneer Prins was de laatste koster. Daarvoor meneer Steinfelder. Frits woonde naast de kerk. Hij was nog klein en het dorp was stil. De klompen van Steinfelder waren van verre al te horen en op zondagochtend wist Frits dan niet hoe snel hij beneden moest komen. Meneer Steinfelder had speciaal voor hem het touw verlengd.

Frits leert het mij nu. Simpel werk, een beetje aan een touw trekken. Maar een mooie slag maken, dat is niet ieders werk. En als je goed luistert herken je wie er luidt. Elk heeft zijn slag. Alleen al er op tijd aan denken en er zijn vraagt discipline. Vaak vergeet ik het. Dan hoor ik de klok en denk ik dat ik er had moeten zijn. Hoeft niet, zegt Janna, die als vaste vrijwilliger luidt. Maar ik wil wel.

bouwvak

De bouw ligt stil: bouwvak. Dat is wel even wennen. Sinds half mei kwamen we ongeveer elke vrijdagmiddag nieuwsgierig aan om te zien wat er allemaal gebeurd was, de voorbije week. Nu zijn we er bijna elke dag en gebeurt er niets.

Nou ja, er gebeurt van alles. We wadlopen en varen en fietsen en wandelen wat af! Eten bij Piet en Janna, koffie bij Herman en Aafke, wijn bij Koos en Dineke, koffie en wijn bij Edo en Herma. Op bezoek bij de oudste inwoonster van het dorp. Naar een kweker in Oudeschip, naar een kweker in Baflo, naar een kweker in Eenrum. Uit eten, uit vissen, uit zwemmen, noem maar op. Vrienden, familie en collega's komen op bezoek: Aniek en Gertjan met de kinderen, Sybo, Wim en Marjon, Jaap en Geertien, Gijsje en Maarten, Jicky en Paul. Westernieland bruist!

Mensen die op bezoek komen weten natuurlijk: we zijn kleinbehuisd. De caravan met luifel, wat stoelen buiten en dan heb je het wel gehad. Dus als het op toiletbezoek aankomt is het altijd even: eh... Maar we zijn goed voorzien! En het schoonmaken van het toilet gaat gewoon door. De vrachtwagen komt langs, de man doet zijn werk met hogedrukspuit, emmer en afvoerslang. Zodat onze gasten lekker schoon kunnen zitten. Ook in de bouwvak.

stil

Sjoerd is jarig. Gijsje en Maarten komen op de koffie. Koffie met Agricola: gebak uit Baflo, genoemd naar Rudolf Agricola, een vijftiende-eeuwse Humanistische geleerde die er geboren is. 'Doe mij maar een agri-cola.' Kruising tussen appeltaart en oranjekoek, Friesland en Groningen, lekker en zoet. Genoeg voor twee dagen.

's Avonds heerlijk uit eten bij Sigrid en Wicher. Ze staan in de Michelin en dat merk je. Het is een half uurtje op de fiets, dan kunnen we er een glaasje bij drinken. Het restaurant loopt aardig vol voor een dinsdag. Veel streekproducten op het menu: verse vis uit Lauwersoog en Zoutkamp, kaas uit Broek, bleu de Wolvega, we nemen er allebei van. Wicher weet je uit te nodigen tot proeven, veel smaken en texturen op je bord en van alles niet teveel. Een feest voor wie niet wil inladen!

Terug op de fiets bespreken we eerst het aantal te verwachten auto's onderweg. Ik denk: 1. Het is helemaal stil als we Molenrij uitfietsen, achterlangs naar Kleine Huisjes. Daar krijst een vogel. Bij Broek linksaf, en bij het kerkhofje van Wierhuizen weer rechts. En ja, daar komt een auto aan, het busje van Winsum naar Leens. In Domies Toen nog een krijs. Als we thuis zijn is de score: 1 auto, 2 uilen, en wij.

Het is stil op de Oelesprong. We gaan slapen.