vink
Dit is een fitis, zegt Kees, en dat is een pimpelmees. Heb je die huiszwaluw gezien? De boerenzwaluw zit hier ook.
Nog maar net binnen en de vogelnamen vliegen rond. Kees kan ze horen, hij is vogelaar. Toen hij hoorde dat we hier kwamen, bood hij aan: ik wil wel komen om de vogels te inventariseren. Dat wilden we graag! Er is hier de afgelopen vijf jaar geen mens geweest. Een eldorado voor allerlei soorten, die ik niet veel verder onderscheid dan in sijs of drijfsijs. En als je een basis hebt kun je ook kijken hoe die zich gaat ontwikkelen, de komende tijd. We willen vogelbosjes planten, veel struiken met bessen, rozen met bottels. Nestgelegenheid bieden aan klein spul, door struiken te planten met stekels, zodat ze zich kunnen verstoppen voor katten en andere rovers.
Kees en ik waren schoolvriendjes. Het weerzien na jaren is warm en hartelijk. Hij geniet er zichtbaar van, net als ik. We halen herinneringen op met de mildheid die je krijgt, langzamerhand. Hij wil graag volgend voorjaar terugkomen, als de mannetjes en de vrouwtjes elkaar zoeken. Dan hebben ze de meeste praatjes, dan hoor je ze beter dan nu.
Maar hoor, daar heb je de zwartkop, de ekster, de zanglijster. De houtduif ken je wel, maar de holenduif? En zowaar, de vinkenslag. Een vink!
Reacties zijn uitgeschakeld