natuur
'Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan, wat is natuur nog in dit land?'
(Uit: J.C. Bloem, 'De Dapperstraat')
Meestal schrijf ik over Westernieland, nu even over Amsterdam. Ik haalde net de post op de Westerstraat. Terug, over de Willemsstraat (hartje Jordaan) naar de Brouwersgracht. Zonnige voorjaarsdag, terrasjes, Sanna de kapster knipt met de deur open, Amsterdamser krijg je het niet. Zag ik iemand fotograferen, mijn kant op. Halverwege stond een reiger, snavel richting deur. Opeens vloog uit de deuropening een dood kuiken. Hup, zo de reiger in. Met wat gehap en geslik - weg kuiken, door die lange hals, die er wat dikker van werd. Even later weer: een dood kuikentje. Eerst dacht ik: het zal een speelgoedje zijn, fris geel met van die slappe roze pootjes. Pluche of zo, leuk voor hond of kind. Maar nee, reiger hapte het smakelijk uit de lucht. Nog één, en nog één. Deur dicht. Reiger was kennelijk kind aan huis, en gewend aan vier. Ik bleef met dat nabeeld over: een lange sliert slijm uit het laatste kuiken. En omdat de hals ongeveer vol was, staken de pootjes nog even uit de snavel. Tot hup, de laatste resten naar binnen gehikt werden. Ik liep door. De reiger bleef staan, liet me er langs.
Uurtje later, eindje verderop: een andere reiger, roerloos op het dak van een bestelbus. Strakke blik op een raam op de eerste verdieping. Dunne hals. Waar daarstraks de kuikentjesreiger stond staat nu een ligstoel, met een vrouw erop in zachtroze. En ik weet: zij was het.
Reacties zijn uitgeschakeld