'Ik noem je: merel in de vroegte'
(Uit: Jan Hanlo, 'Ik noem je bloemen etc.')
Wakker worden met de merels, het heeft iets. In Amsterdam word ik vaak wakker van getoeter van vrachtwagens. Dat heeft ook wat.
Zoals er in Amsterdam altijd een basis aan geluiden is, zo is er ook een basis aan licht. Hoe donker het ook is, het is er nooit donker. Hoe stil ook, nooit stil. In Westernieland zijn de minima anders. Stil is stil, donker donker. Buiten het dorp staat nauwelijks straatlantarens, in het dorp een paar meer.
Om tien voor half vijf beginnen de eerste vogels aarzelend, en steeds meer, tot het hele orkest compleet voluit gaat. De enige vogels die ik in Amsterdam hoor zijn de meeuwen, als het weer omslaat. Ik heb eens gelezen dat een stadseend harder schreeuwt dan een landseend, om boven de basisherrie uit te komen. En omdat iedereen dat voortdurend doet... In Westernieland klinkt alles vanzelf harder, omdat het er van nature zo stil is. Zo zie je maar: hoe stiller het is, hoe meer je hoort. Je ziet ook meer als het donkerder is. In elk geval de sterren!
Reacties zijn uitgeschakeld