het geluk was aanstekelijk
Het is stil. De weinige mensen in mijn kleine dorp zie ik de laatste dagen vooral op Facebook. Vanuit mijn woonkamer kijk ik uit over de tuin, over het boerenland, kilometers ver. Verderop kruist een weg mijn uitzicht, daar gaat af en toe een trekker voorbij, van rechts naar links, van de dijk naar het dorp. Of omgekeerd. Soms rijdt er een vrachtwagen. Motorgeronk zwelt aan en sterft weg. Er loopt weleens iemand met een hond. Sjoerd soms ook, of ik, met twee honden. Ons hoor je niet.
De mensen blijven binnen, doen boodschappen of gaan aan de wandel. Alleen. Een ontregelende combinatie van gevoelens en gedachten neemt zo nu en dan het stuur een beetje van me over. Wat als het virus mijn Asterixdorpje bereikt, mijn straat? Wat als de een na de ander ziek wordt, niet meer op de trekker rijdt of langs wandelt? Nog even doordenken en we liggen allemaal ergens in een bed of op een baar. Niemand die de honden te eten geeft, uitlaat en naar huis brengt. Niemand die vertelt hoe stil het is geworden.
Drie weken geleden zijn Sjoerd en ik getrouwd. Het dorp, het huis, de kerk, alles bruiste van liefde en warmte, het geluk was aanstekelijk, niets kon op. In een verhaal van Toon Tellegen had ik het thema ‘Wegdenken’ gevonden. Sybo las het voor. Elkaar wegdenken, dat kun je niet, ontdekten de eekhoorn en de mier. De ambtenaar had erop gevarieerd door een woord toe te voegen. ‘Een weg denken’, dat kan wel. Een weg voor jezelf, een weg voor samen. Nog volop in de wittebroodsweken probeer ik nu mijn weg uit dit bizarre sprookje te denken.
In de tuin zijn de ochtenden oorverdovend, vogels zingen al in de vroegste vroegte de longen uit hun lijf. Het is volop voorjaar. Elke dag worden de knoppen dikker, de hagen groener, groeien de siergrassen hoger en hebben de mezen het drukker. Planten maken blad en bloemen, mezen bouwen nesten, paren en leggen eieren. Druk bezig in het hier-en-nu met zorgen voor wat er na hen komt. Voor niets anders hebben ze tijd. Frisse noordenwind, schuchtere voorjaarszon, helderblauwe hemel, .
Op internet lees ik vijf minuten coronanieuws en mijn onrust verhonderdvoudigt. We lijken liever bang voor een tekort aan toiletpapier dan bang voor de dood. Liever de hamster dan de kraai.
Reacties zijn uitgeschakeld