geluk – 1
Ik bak graag, en ik blijk ook, zo nu en dan, graag te koken. Gisteren kwam het allemaal even een beetje bij elkaar, toen ik voor de maaltijd Harira (Marokkaanse maaltijdsoep met tomaat en kikkererwten, die traditioneel ’s avonds in de Ramadan wordt gegeten) had gekookt, de dag ervoor al. Dat vond ik als maaltijd net iets te weinig, dus heb ik er een uienbroodje bijgemaakt: pizzameel tot pizzadeeg gekneed, er een flinke grof gesneden ui overheen gedrapeerd en het geheel twintig minuten in de oven gebakken tot een heerlijk plat uienbrood. Kleingesneden dadels en peterselie uit eigen tuin erbij. En bij de koffie een stukje zelfgebakken pruimentaart van zelfgeplukte pruimen. Het gevoel grenst aan geluk, dat ik dan ervaar. Het een plus het ander, de soep, het brood, de taart; het plukken, het bakken, het verzinnen: het klopt, het smaakt goed, het wordt erg gewaardeerd, zowel door mezelf als door Sjoerd. En het geheel is meer dan ik verwacht had, meer ook dan de som der delen, het samenzijn en samen doen speelt daar een grote rol in. Het zijn van die momenten, ik geniet er zeer van. Kan ik me een moment van hard werken herinneren waarop ‘alles zo bij elkaar kwam’? In elk geval kwam dat nooit door het harde werken. En als ik kook of bak ben ik nooit hard aan het werk. Terwijl ik het er wel druk mee heb, ook vrijdagavond om half elf nog, als de taart uit de oven moet.