de eerste de beste plantenbak was het haasje

Piesen in de steeg, poepen in de plantenbak. Stine begint te wennen aan het hondse leven in de grote stad. Gisteravond al, ik meende dat ik zag dat ze moest, dacht ik: verzilveren, die nood. Ik ging nog even met ze uit, met allebei, en ja hoor, Stine was nog niet op straat of de eerste de beste plantenbak was het haasje, een dikke plas, en klaar was ze. Eerder zelfs dan Tammo, die even verderop een regenpijp benutte voor een flinke straal. Wat een feest kan plassen zijn! Daarna nog een klein blokje om en de nacht kon beginnen.

Vanmorgen vroeg, voor het eten aan, weer naar buiten. We waren nog niet beneden of daar zat ze al, op de steentjes van de steeg, nog voordat we het hek door waren, ledigde ze haar blaas met een ferme plas. Weer voor Tammo aan. Even verder, onder het viaductje door, sleepte ze me naar de eerstvolgende plantenbak voor een bescheiden drol. Zo, dat was eruit. En weer eerder dan Tammo. Al die angst van de afgelopen weken, de schrik voor elke vlieg die opsteeg, voor elke fiets die langs zoefde, die is niet weg, maar ze kanaliseert het allemaal aardig. Ze hoeft haar plas niet meer anderhalf uur op te houden, haar drol anderhalve dag. De heenreis van een ochtendwandeling is nu goed te doen. Bij de terugreis blijft ze nog tamelijk volhardend trekken aan de lijn. Alsof het dan sneller gaat. En alsof dat de bedoeling is.

Reacties zijn uitgeschakeld