Sjoerd’s appje was hem vooruit gegaan: ‘Misselijk. Geen grapje’. Ik had aangeboden hem te komen halen. Maar hij hield het vol tot aan sluitingstijd, om twee uur gingen de kinderen naar huis. Hij moest nog een poosje door, opruimen, afronden, klaar maken. En toen hij thuiskwam lag er een dekbedje klaar op de bank, stond er een glas water bij en kon hij zo inschuiven. De rest van de dag is hij er blijven liggen. Uitgevloerd, afgedraaid, niks meer aan te doen. Ik ben naar Vegan Valentine geweest, het etentje in Domies Toen. Dat leek me leuk genoeg om alleen heen te gaan. ‘Dapper’, zei hij, hij begreep het goed. Thuis was er immers ook weinig te beleven. Het was een leuke avond met lekker eten. Met Valentine had het weinig te maken.
Hij ligt alweer op de bank. Twintig kilo hond bovenop hem, kennelijk kan dat. Sjoerd ademt zwaar en diep, hij snurkt nog net niet. Vanmorgen stond hij op om mee te ontbijten, het smaakte hem goed. Maar na een half kommetje havermoutpap gaf hij de rest aan mij. Ik hoefde het niet. Toen ik terugkwam van wandelen met de honden zat hij op de bank sport te kijken. Sport gaat altijd door, meestal. Maar na tien minuten was die behoefte vervuld, Sven was immers tweede geworden en voor Ted Jan Bloemen had hij geen goed woord over. Sjoerd, bedoel ik. De krant, dat ging nog net, toen was de energie voorlopig wel weer op. Nu doe ik zachtjes, zodat ik hem niet wakker maak. Over een poosje zal het wel moeten, als ik koffie haal. Koffie maakt wakker.