Vandaag hebben we mijn oom begraven, 92 jaar oud. Het stamhoofd, de patriarch. Hij en zijn vrouw zorgden voor de verbinding in de familie. Er was geen gelegenheid of er werd wel bij stilgestaan. Vaak met een feest, een receptie, een moment van aandacht. Steevast kwam hij dan met een toespraak waarin dankbaarheid centraal stond. Dankbaarheid voor wie er waren, dankbaarheid voor wat het leven hen gebracht had. En dan een gebed. Vandaag heb ik zijn taak vervuld. Dankbaarheid getoond aan de aanwezigen. En aan mijn oom. Voor dat hij zijn leven met ons heeft gedeeld. Het was goed.
Ik schijn PMS te hebben. Dat heb ik uit betrouwbare bron. Ik ben namelijk een beetje druk. En gauw warm, dus trui uit en in T-shirtje rondlopen. Kletserig, bemoeierig en niet al te best slapen. Zelf dacht ik dat het van mijn schildklier kwam maar het schijnt dus PMS te zijn. Post Marathon Syndroom. Het schijnt ook in halve versie voor te komen: PHMS. Wat in het verschiet ligt: meer slapeloosheid, meer drukte en ontremming en fysieke ontwenningsverschijnselen. En vervolgens trek. Trek in een nieuwe (halve). Als ze dat nou van tevoren hadden gezegd, maar nee. Dus blijf maar een beetje uit de buurt. Het kan even duren.
Mijn oude oom is doodgegaan. Afgelopen zomer stierf zijn vrouw. Hoezeer hij ook op zoek ging, hij vond haar niet meer, niet in de wereld, niet in zijn hoofd. Hij trok zich meer en meer terug en sloot uiteindelijk zijn ogen. Na 92 jaar op deze wereld, waarvan zo’n 74 jaar met zijn meisje.
Gisteren liep ik de halve marathon van Amsterdam. Mijn eerste halve, en met een ongebruikelijk trainingsschema van Koen de Jong: nooit meer dan 10 km trainen en toch 21,1 lopen. Ik startte rustig en heb dat het grootste gedeelte van de loop volgehouden. Op de Churchillaan stond Roel als morele ondersteuning. In de Watergraafsmeer was Erik de oppepper en in de buurt van het Rijksmuseum kwam de spanning van het laatste stukje al wat in beeld. In het Vondelpark (waar Caroline me stond aan te moedigen) ging het al wat harder en om de hoek, de Amstelveenseweg op, rook ik de finish. Ik weet nu wat het is: op vleugels. Ik haalde op het laatst nog een hele meute in. Blij over de finish en tevreden met mijn tijd. Sjoerd zat op de tribune van het Olympisch Stadion, was er getuige van en maakte deze foto (ik draag dat witte shirt). Daarna tomatensoep bij Koen en pasta thuis. En slapen. Veel slapen.
Startnummer opgehaald. Manmanman wat een drukte. Sporthallen vol reclame en sportkledingaanbiedingen. Duizenden mensen uit de halve wereld die óók hun nummertje kwamen halen. En hun shirtje. En aanbiedingen scoren. 89 talen door elkaar. Alles werd gelardeerd met een stevige beat. Toch fijn dat uiteindelijk de zon weer ondergaat boven de stad. Lekker stevig bordje pasta en lui op de bank. En straks maar eens een flink tukje doen. Morgen een havermoutontbijtje. En dan knallen. Nouja, uitlopen is het streven.