Jaarlijkse archieven: 2011

nee hè?

Ik heb je een poosje uit de wind gehouden, beste lezer. Je niet opgezadeld met allerlei informatie over de voortgang inzake ons aanrechtblad. Het is een verhaal van ruim zes maanden, met veel tekst en weinig resultaat.

Afgelopen vrijdag zou het nieuwe blad (na ruim 6 weken liggen) gelijmd worden op de staanders.

Lijmklemmen erop.

Aandraaien.

Nee hè? Ja dus.

Krak.

 

herfstavond

Herfst. Vandaag afwisselend knalblauw en loodgrijs. Zon en hoosbuien. Hagel en wind. We zijn naar het Raadhuis geweest, het enige dat Berlage bouwde, voor Usquert. Onwaarschijnlijk onGronings en toch ook weer niet. Baksteen op zompige klei met een toren tot hoog in de hemel. Nee, zeiden de boeren. Ja, zei Berlage en hij betaalde zelf de extra meters. Daarna naar Noordpolderzijl, het kleinste getijdehaventje van Nederland. Tammo mocht los en huppelde vrolijk met ons mee, de zachte oortjes in een swingende cadans, op en neer.

Het heeft gehageld en gewaaid en het is avond geworden. Onder het daklicht tussen keuken en woonkamer zit ik te werken aan een tijdschrift. Tammo knaagt op een stuk gedroogde pens. Sjoerd is gaan zitten in de zojuist verplaatste fauteuil en komt tot de slotsom dat het daar te donker is om nog te lezen. Er moet een lamp komen maar waar haal je die zo gauw vandaan? Hij gaat Tammo maar eens uitlaten. Die drinkt eerst luid lebberend zijn bak leeg. Dan heeft het ook zin om uitgelaten te worden!

De houtkachel knettert een beetje. Ik schrijf een stukje. Tien minuten later komen de jongens thuis, nat van de regen. Tammo laat zijn stok met tegenzin buiten. Hij wil in de fauteuil. Het is avond. Het is herfst.

hoe kan het gaan

Meer dan twee jaar geleden spraken we over ons plan: cultuur in Westernieland, leven op de Oelesprong. Hoe zorg je er voor dat ons huis weer gaat zingen na al die jaren van stilte. Afgelopen zondag werd het woord vlees. Tilman Gey speelde de sterren van de hemel op zijn prachtige klavecimbel, een replica uit 1991 van een instrument uit 1624. De regendruppels en de boomblaadjes kwamen mee naar beneden. Een prachtig programma. Langs Kerll, Sweelinck, Couperin, Frohberger, Rameau en Bach reisden we weer terug naar onszelf, Westernieland, 2011.

De kamer zat vol aandachtig publiek, overal vandaan: Delfzijl, Westernieland, Groningen, Amsterdam, you name it! Bij de borrel bleek ineens dat deze en die elkaar nog kenden en die en die samen op school hadden gezeten en zo rolde het een over het ander en gingen ze naar huis, anders dan ze gekomen waren.

Wij ruimden de glaasjes op, haalden Tammo van zijn logeeradres en zaten nog even na. Blij, tevreden en heel compleet.

indian summer

Mijn dag is goed –
mijn zonnebril van plastic doopt de bomen
het gras de stoepen en de deuren
in zachte transparante groene olie,
er kan mij niets gebeuren. – J.B. Charles

Wakker, de tuindeur open en een stap naar buiten. Zachte zoete najaarsgeuren vullen longen, hoofd en hart. Herfstvakantie bij opa en oma, weet je nog? Vroeg op en er uit en dingen doen, al wist je nog niet welke. Glanzende spinnenwebdraden in laag tegenlicht. Zelfgesneden brood, extra veel pruimenjam voor nog meer overdaad.

Tammo moet uit, en ik mag mee. Eerst een klein stukje, voor de ochtendplas. Daarna de grote ronde, langs de boerderijen. De daken kleuren roder dan anders. Het is stil. De dauw dringt een beetje door mijn schoenen heen. Een valkje jaagt een duif op. Op een hoop klei ligt een poes te zonnebaden. Tammo zoekt zijn tak, rent heen en weer en vindt hem niet. Blijft een beetje treuzelen en komt dan ineens in volle vaart naar me toe. Zijn nagels krassen over het betonpad. Mijn dag is goed.

water

Met Tammo naar het Lauwersmeergebied. Prachtige natuur en een hondenstrand. Hij mag los en hij is de enige. Dus dan speel je met de baas in plaats van met de hondjes. Geweldig! Helemaal opgetogen en blij het water in, achter de takjes en stokjes aan. Hard blaffen van opwinding. En hup, het water weer in. Bij gebrek aan goede takken dan maar een strootje. Geen punt, zó het water weer in. Eventjes helemaal vergeten dat hij niet van water houdt.

Thuis plat op de vloer, geen beweging meer in te krijgen. Vies. Stinken. Moe. Heerlijk!

huisconcert

Clavecinist Tilman Gey geeft op zondag 9 oktober om 15 uur een huisconcert op de Oelesprong. Op het programma staan werken van Bach, Rameau, Sweelinck, Froberger en Kerll.

Tilman Gey zal spelen op zijn clavecimbel, een kopie van een instrument dat in 1624 gebouwd is in Antwerpen door de befaamde clavecimbelbouwerfamilie Ruckers. De kopie is 1991 in Amsterdam gebouwd door Titus Crijnen en in Delft gedecoreerd door Cor Verboom.

We vragen een bijdrage in de onkosten van € 10,-. In verband met de beperkte ruimte is reserveren noodzakelijk. Dat kan via info@oelesprong.nl. Na afloop onthalen we u graag op een hapje en een drankje.

Tilman Gey (1970) groeide op in een muzikale familie. Hij begon zijn opleiding aan het conservatorium van Fankfurt am Main. In 1991 werd hij door Bob van Asperen uitgenodigd om bij hem aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam clavecimbel te studeren. In 1995 haalde hij zijn diploma Docerend Musicus en 1997 sloot hij zijn studie aldaar met het diploma Uitvoerend Musicus af. Hij heeft masterclasses gevolgd bij Gustav Leonhardt, Ton Koopman, Jos van Immerseel en Lars Ulrik Mortensen. Tilman werkt als docent, als co-repetitor en treedt tevens op als solist. Als co-repetitor is hij verbonden aan de afdeling Oude Muziek van het Conservatorium van Amsterdam. Aan dit instituut is hij sinds 1999 ook bijvakdocent clavecimbel. Tilman Gey is lid van enkele ensembles, waaronder Ensemble Phoebus Amsterdam. Als solist en ook als continuospeler werkte hij mee aan uitvoeringen door diverse barokorkesten, waaronder dat van de Nederlandse Bachvereniging en het Combattimento Consort Amsterdam (Matthäuspassion in het Concertgebouw Amsterdam). Solorecitals geeft hij in kleinere kerken en grote huiskamers die vanwege de intieme sfeer goed bij zijn instrument passen. In 2008 speelde hij clavecimbel en orgel in een live-uitzending van de Duitse televisie, de ZDF. Concertreizen voerden hem naar Finland, Polen en Duitsland.

oelesprong open

In het kader van Open Monumentendag 2011 is de voormalige Openbare Basisschool De Oelesprong te Westernieland op 10 en 11 september van 10 tot 17 uur publiek toegankelijk.

Elf jaar geleden sloot de Oelesprong in Westernieland zijn deuren. De school haalde toen met 7 leerlingen weliswaar de landelijke pers als kleinste school van Nederland, maar had geen bestaansrecht meer. 5 jaar deed het gebouw nog dienst als Internationale Schakelklas. Daarna stond het leeg.

Eind 2009 verkocht Gemeente de Marne het gebouw. De nieuwe eigenaren, Sjoerd van der Weide en Wouter Wieringa, ontwikkelden een plan voor verbouw van de school en herinrichting van de tuin. Architect Peter Paul Ausems van Ausems Architects, een bureau dat werkt in Nederland en in Israël, tekende voor het ontwerp, waarin het gebouw werd ‘ontschoold’. Eis was dat in het pand het grafisch ontwerpbureau van de opdrachtgever goed gecombineerd moest kunnen worden met de woonfunctie, en dat een comfortabel bed&breakfastappartement moest worden gerealiseerd.

Van mei 2010 tot mei 2011 is de school door Aannemersbedrijf Sietsema uit Uithuizen verbouwd tot modern woon- en werkgebouw. In het kader van Open Monumentendag zetten de bewoners op 10 en 11 september hun deuren open voor geïnteresseerden om te komen kijken naar het resultaat. Het thema van Open Monumentendag – Nieuw gebruik, oud gebouw – sluit naadloos aan op wat de eigenaren hebben gerealiseerd. Oud-leerlingen en oud-personeelsleden die nog eens willen kijken wat er geworden is van hun plekje in de klas zijn van harte uitgenodigd.

echte jongen

De eerste keer denk je: dat is toeval. De tweede keer niet meer. Tammo is een echte jongen geworden. En een echte jongen plast nooit alleen.

Zijn bazen zijn zijn grote voorbeeld. Goed voorbeeld doet goed volgen. Dat heb je er van in een mannenhuishouding.

Pruimen

De Streekhof is een hobbykwekerij. Gerrit, de eigenaar is 85. Te oud voor een renderend bedrijf, maar met wat vrijwilligers die de lol er van inzien gaat het allemaal net. Open op vrijdag- en zaterdagmorgen. Je mag zelf plukken wat er maar te plukken is. En dan reken je af. Heel betaalbaar. Naast de weegschaal en de geldkist staan tafels. Daar kun je koffie drinken en praatjes maken. Het zit er meestal vol met praatjesmakers.

Zaterdagochtend is het. Sjoerd gaat en ik ga mee. Pruimen plukken. Wel een beetje snel graag, het bezoek komt zo.

Eenmaal daar word ik langzaam. Ik loop met een emmertje de boomgaard in en dwaal af. Hier een pruim, daar eentje, oja, daar ook. Er hangen er zoveel, ik kan rustig kijken en voelen en plukken of toch even doorlopen. Al wandelend en kijkend loop ik zo het verleden binnen. Laarzen in de klei, de gulle geur van overrijp fruit, de witte wolken die in hoge snelheid langs de knalblauwe lucht schuiven.

Pruimen, dat was september, nazomer. Nog net geen herfst maar wel na de zomer, wel nog warme dagen maar het eerste najaarsvocht hing alweer in de lucht. Boeken kaften, de tas klaar voor school. Harde wind, eerder donker. Je wist, iets is voorbij. En al komt er iets anders, dat ene, warme, volle, dat is geweest en we moeten het er mee doen tot volgend jaar. Natuurlijk kon je jam koken en er in de winter van eten. Maar dat haalde het niet bij verse pruimen, zo van de boom.

Ik neem een hap.

Waar blijf je nou, zegt Sjoerd, het bezoek komt zo.

Oja, zeg ik en ik mompel iets over de mooiste pruimen en allemaal rijp. Vijf kilo, zegt de weegschaal. Zeven vijftig, zegt de hobbykweker. Wij zijn op tijd weer thuis, het bezoek komt. Ik vertel.

Niet zo heel veel later sta ik, met bezoek en al, weer bij de hobbykweker.

Pruimen graag.

pruimentijd

De Streekhof is een hobbykwekerij. Het staat er echt. Open op vrijdag- en zaterdagmorgen. Je mag zelf plukken wat er te plukken is. En afrekenen. Heel betaalbaar. Ik mee, pruimen plukken. Wel een beetje snel graag, het bezoek komt zo.

Al snel werd ik langzaam. Ik liep met een emmertje de boomgaard in en dwaalde af. Hier een pruim, daar eentje, oja, daar ook. Er hingen er zoveel, ik kon rustig kijken en voelen en plukken of toch even doorlopen. Al wandelend en kijkend liep ik zo het verleden binnen, de geur van vers fruit zal er bij geholpen hebben, de witte wolken die in hoge snelheid langs de knalblauwe lucht schoven ook.

Pruimen, dat was september, nazomer. Nog geen herfst maar wel na de zomer, wel nog warme dagen maar het eerste vocht hing alweer in de lucht. Boeken kaften, de tas klaar voor school. Harde wind, eerder donker. Je wist, iets is voorbij. En al komt er iets anders, dat ene, warme, volle, dat is geweest en we moeten het er mee doen tot volgend jaar. Natuurlijk kon je jam koken en er in de winter van eten. Maar dat haalde het niet bij verse pruimen, zo van de boom. Ik nam een hap.

Waar blijf je nou, zei Sjoerd, het bezoek komt zo.

Oja, zei ik en ik mompelde iets over de mooiste pruimen en allemaal rijp. Vijf kilo, zei de weegschaal. Zeven vijftig, zei de hobbykweker. Wij waren op tijd, het bezoek ook. Even later stond ik, met bezoek en al, weer bij de hobbykweker. Pruimen graag.