De dag is voorbijgegaan. Het telefoontje is niet geweest.
“Het gerezen probleem bij de heren Wieringa en van der Weide heeft ook bij In***al de hoogste prioriteit en zal serieus worden behandeld en adequaat opgelost.”
“We hebben maandag 27 Juni een persoonlijk onderhoud met de monteur, waarna we zijn verbeterde oplossing van het ondersteuningsprobleem bij de werkblad-producent voorleggen alvorens het nieuwe blad wordt gemaakt.” Aldus Frank, de keukenverkoper.
Dat was me wat te vaag. Wanneer wordt het nieuwe blad gemaakt? Dat kan wel december 2034 worden.
Dus mijn voorstel:
27 juni gesprek met de monteur – 28 juni overleg met de werkbladproducent – 29 juni overleg met de opdrachtgevers en de architect – 30 juni start productie – 4 juli demontage van het oude blad – 5 juli plaatsing van het nieuwe blad. Lijkt me te doen. Immers: “Het gerezen probleem bij de heren Wieringa en van der Weide heeft ook bij I*****l de hoogste prioriteit en zal serieus worden behandeld en adequaat opgelost” (weer aldus Frank, de keukenverkoper).
Niks op gehoord. (Laat even wat horen, denk ik dan. Kan het of kan het niet. Communicatie!)
Het is 29 juni en ik zit te wachten. Op een telefoontje.
Of het komt? Wordt vervolgd.
Soms zit het mee, soms zit het tegen. Veel gaat goed. Maar alles? Nee, niet alles.
We hebben een mooie keuken. Prachtig betonnen blad. Binnen een week doorgebogen en gescheurd. Terwijl er nog geen grammetje gewicht in de zes grote laden zit. Daniël de timmerman is geweest. Oei, zei hij, dat is gevaarlijk, daar zet ik stutten onder. Dat wordt een nieuw blad, zei hij, hier kan je niks meer mee.
En dan verwacht je dat dat zo geregeld is. Een telefoontje is genoeg. Immers: splinternieuw en nu al kapot. Gerenommeerd bedrijf uit een dorp verderop, denk je. Met meer vestigingen in het Noorden. Aardige verkoper die steeds de kwaliteit van het persoonlijk contact benadrukt. Duur genoeg. Goeie klant. Maar nee. Eerst anderhalve week niks gehoord. Maar eens bellen. Vervolgens gesteggel (nieuw blad tegen betaling, nota bene!). Mail met excuses en beloftes. “Het gerezen probleem bij de heren Wieringa en van der Weide heeft ook bij *** de hoogste prioriteit en zal serieus worden behandeld en adequaat opgelost.” En daarna weer niks. Weken lang niks.
20 april geplaatst, nu (9 weken later!) nog geen enkel vooruitzicht, geen plan van aanpak, geen opleverdatum.
Over een week hebben we onze familiereünie. 40 man in huis. Eten, drinken, de hele boel. Zou dat lukken? “Uiteraard blijven we trachten enkele dagen voor 2 Juli e.e.a. af te kunnen ronden.”
Ik hou jullie op de hoogte.
‘Gelijk het gras is ons kortstondig leven’, staat er in psalm 103.
‘Int groene gras seer lieflijk hy my weydet’, dichtte Petrus Datheen Psalm 23 rond 1566.
En P.C.Hooft maakte er van: ‘De jeughd des velds plujck jck in groener wejde’.
Geluk is een grasveld, schreef Romke van de Kaa. Als je maar gras hebt om in te liggen dan is het meestal goed. Nou, dat gras is er. In een van de droogste seizoenen van de afgelopen decennia krijgen we gras. Prachtig weids, gras geeft, samen met hagen, structuur. Knip je gras en knip je hagen, dan is je tuin op orde. De jongens van de hovenier hebben gemaaid, gefreesd, geëgaliseerd en vervolgens rol na rol de zoden uitgelegd. Nu water, veel water. Elke dag de sproeier erop. Buurman helpt gelukkig! Straks maar eens kijken hoe groen het is.
Trientje Kadijk-Lap werd geboren op 5 januari 1920. Ze was de oudste inwoner van ons dorp en is vandaag, 3 juni 2011, aan het einde van de middag gestorven, 91 jaar oud.
Ik heb haar het afgelopen jaar leren kennen als een bijzondere vrouw. Ze heeft me vandaag aan het begin van de middag (helder tot op het laatst) het allerbeste gewenst en ik heb gezegd dat ik blij met haar ben.
Komende woensdag wordt ze begraven. Vanuit het café.