Jaarlijkse archieven: 2011

Gieser Wildeman

Kerst is: stoofperen. Gieser Wildeman, een kist vol voor twee euro, bij Gerrit, de hobbykweker. Onder het rimpelige schilletje zijn ze gaaf. Beppe schilt. Dat doet ze graag. Als ze schilt, schilt ze door.

Ik doe intussen de appels (Bramley’s Seedlings, de koningin van de appeltaart). Onder het schillen praat het prettig. Dan heb je het over Ineke, die een baby heeft, en over buurman Eisse en zijn zieke vrouw en gaat de tijd voorbij. We stoppen bij een pan vol peren en een taart vol appels.

Sjoerd zet de peren op. Wijn hoeft er niet in, zegt beppe, ze worden zo wel rood. Ik maak het deeg voor de taart. Beppe leest, de Libelle en de Margriet waren samen in de kerstaanbieding. Sjoerd en Tammo gaan wandelen, lekker buitenom, dan mag hij los. Als ze terugkomen zijn de peren gaar en de taart klaar.

We eten wat, doen een dutje, wandelen nog eens met Tammo en de dag gaat voorbij. Het begint te schemeren als beppe de spruitjes doet, Tammo zijn kluif, Sjoerd de aardappelen, ik het vlees. Zo doen we allemaal wat. Het wordt tijd voor wijn en voor de avond.

Na het eten kijkt beppe tv: het journaal en een stukje Frans Bauer. Klein stukje. Ze slaapt binnen twee minuten.

Pruimen

De Streekhof is een hobbykwekerij. Gerrit, de eigenaar is 85. Te oud voor een renderend bedrijf, maar met wat vrijwilligers die de lol er van inzien gaat het allemaal net. Open op vrijdag- en zaterdagmorgen. Je mag zelf plukken wat er maar te plukken is. En dan reken je af. Heel betaalbaar. Naast de weegschaal en de geldkist staan tafels. Daar kun je koffie drinken en praatjes maken. Het zit er meestal vol met praatjesmakers.

Zaterdagochtend is het. Sjoerd gaat en ik ga mee. Pruimen plukken. Wel een beetje snel graag, het bezoek komt zo.

Eenmaal daar word ik langzaam. Ik loop met een emmertje de boomgaard in en dwaal af. Hier een pruim, daar eentje, oja, daar ook. Er hangen er zoveel, ik kan rustig kijken en voelen en plukken of toch even doorlopen. Al wandelend en kijkend loop ik zo het verleden binnen. Laarzen in de klei, de gulle geur van overrijp fruit, de witte wolken die in hoge snelheid langs de knalblauwe lucht schuiven.

Pruimen, dat was september, nazomer. Nog net geen herfst maar wel na de zomer, wel nog warme dagen maar het eerste najaarsvocht hing alweer in de lucht. Boeken kaften, de tas klaar voor school. Harde wind, eerder donker. Je wist, iets is voorbij. En al komt er iets anders, dat ene, warme, volle, dat is geweest en we moeten het er mee doen tot volgend jaar. Natuurlijk kon je jam koken en er in de winter van eten. Maar dat haalde het niet bij verse pruimen, zo van de boom.

Ik neem een hap.

Waar blijf je nou, zegt Sjoerd, het bezoek komt zo.

Oja, zeg ik en ik mompel iets over de mooiste pruimen en allemaal rijp. Vijf kilo, zegt de weegschaal. Zeven vijftig, zegt de hobbykweker. Wij zijn op tijd weer thuis, het bezoek komt. Ik vertel.

Niet zo heel veel later sta ik, met bezoek en al, weer bij de hobbykweker.

Pruimen graag.