Maandelijkse archieven: november 2014

schoen

Tammo is mij lief. We trekken veel samen op. Wandelen, vergaderen, noem maar op, waar ik ben is hij. Ik weet dan ook vrij goed wanneer hij een streek uithaalt. Dan glipt er iets weg uit mijn ooghoek. Staart nét iets meer omhoog, kopje een beetje schever dan gewoonlijk en de gang er nét iets meer in. Ondeugend, zou je kunnen zeggen. Vanmorgen was er zo’n moment. Ik liep naar de kamer en iets zwart-wits maakte dat het wegkwam. Met buit in de bek. Ja hoor, mijn nieuwste loopschoen! Kennelijk was ik zo duidelijk met mijn ‘nee’ dat hij hem direct liet vallen en, met gebogen hoofd, mij aankeek. Zo’n blik van ‘ik kon er echt niks aan doen, die schoen lag daar zomaar’. Gelukkig bijt Tammo nooit iets kapot, hij sabbelt alleen graag. De schoenen heb ik in de kast gezet. In de gang is te link, dan smokkelt hij ze mee naar buiten. En buiten ben ik toch iets minder de baas…

als

‘Als Hij bestaat dan houdt Hij niet van kippen.’ Een kop op Volkskrant.nl die mijn aandacht trok. Ik klikte door en begon de betreffende column van Bert Wagendorp te lezen. Na twee zinnen laadde de pagina opnieuw ‘vanwege een probleem’. En kreeg ik hetzelfde artikel voor mijn neus, maar ineens met een andere kop: ‘Ook het virus H5N8 is een schepsel van God.’ Ik las verder en opnieuw begon de pagina opnieuw te laden. Dat gebeurde zo een keer of zes. Toen had de krant er kennelijk genoeg van en verscheen er een melding dat er ‘herhaaldelijk een probleem’ was.

Als Zij bestaat dan houdt Zij kennelijk niet van Bert Wagendorp.

minimars

Sinds drie dagen grijnst mij een minimarsje aan. Uit de verpakking, dus bewaren is geen optie. Maar opeten voelt toch ook een beetje als verraad. Aan het planteneten enerzijds, aan alle geëxcommuniceerde snoepgoed anderzijds. Weggeven zou een optie kunnen zijn. Al vind ik op straat gaan staan en het eerste kind dat passeert een bloot minimarsje aanbieden vrij risicovol. Weggooien kan. Als ik niet teveel wroeging krijg over wie ik er niet allemaal een plezier mee had kunnen doen. Het besluit uitstellen vind ik weer zo laf. Kortom: life in a nutshell.

Leve de minimars!

fris

Het is een frisse ochtend en ik vind het heerlijk! De mist trok eerst een beetje op maar verdicht zich nu weer. De weg aan het einde van het weiland kan ik niet meer zien. De deuren van ons huis staan wagenwijd open, vogelgeluiden komen binnen en ik zit in mijn t-shirtje te typen. De kou kruipt in huis en dat is de bedoeling. De levendigheid van de afgelopen dagen warrelt door mijn hoofd, alsof het herfst is en waait. Maar het waait niet, het is bladstil en de vogeltjes fluiten. De harde tik van de klok brengt een soort van regelmaat.

Vorige week werkte ik als facilitator mee aan de Diversiteitsdag 2014 van de Nationale Politie. Een congrescentrum vol met politiemensen, samen met elkaar en met burgers in gesprek over dat ingewikkelde persoonlijke en maatschappelijke thema dat met alle bezuinigingen zo makkelijk ondergesneeuwd raakt.

De afgelopen dagen werkte ik in Kerkrade mee aan een verandertraject van een schoolorganisatie. De locatie was een bijzondere: de voormalige abdij Rolduc, gesticht in 1104. Zo kom je nog eens ergens. Het thema was ‘verbinden’. Wat een lef van een schooldirectie, om zoveel aandacht en tijd te investeren in de kwaliteit van de verbinding! Met als doel die kwaliteit voor te leven en door te kunnen geven aan de kinderen van de school. Want daar doen we het voor. Wat een inzet, wat een oogst.

Het was een lange reis terug naar Westernieland, met onderweg zo’n stopje waar ik niet zo dol op ben, maar waarvan ik wel blij ben dat het bestaat: een wegrestaurant. Het was er rustig, een stuk of zes mensen aten er eenzaam hun prakje. Ik bestelde een Thaise wokschotel. De aardige bakjongen gaf me wat extra groente en noedels en ging op zoek naar volledig plantaardige saus. En zo zat ik daar dus, langs de saaie snelweg, heerlijk plantaardig te eten.
Nu ga ik Tammo halen, die uit logeren was. En mijn taakjes doen. De regelmaat weer een beetje oppakken. Want het warrelt nog wat in mijn hoofd.